Om een Gigaset N300/N510 te configureren op uw 3CX centrale voor versie 16 kunt u onderstaande handleiding gebruiken. De gebruikersinterface van de N300 ten opzichte van de N510 verschilt nagenoeg niet en kan dus voor beide type toestellen gebruikt worden.
Log in op het basisstation. Dit doet u door te surfen naar het IP-adres van het apparaat. Deze is te achterhalen door op de zilver/blauwe knop op het apparaat te drukken. Alle gekoppelde toestellen gaan dan rinkelen en geven het IP-adres weer in het display. Doorgaans lijkt dit IP-adres op het volgende maar kan altijd anders zijn:
192.168.1.8
Eenmaal aangemeld navigeren we middels het menu aan de linker-zijde naar "Telephony" > "Connections"
In dit scherm voegen we per gebruiker 1 lijn toe. Dit doe je door achter de gebruiker op de "Edit"-knop te klikken.
LET OP: Op de N510 word een maximum van 6 handsets maar 4 gelijktijdige gesprekken ondersteund. Voor de N300 is dat 6 handsets maar 2 gelijktijdige gesprekken.
Om verbinding te kunnen maken met de telefooncentrale dienen een aantal gegevens in de N300/N510 geplaatst te worden.
De benodigde gegevens zijn als volgt:
Kiesnummer
Authentication ID
Authentication Password
Serveradres
Alle gegevens behalve het serveradres kunnen opgehaald worden door in 3CX middels het menu aan de linker-zijde van het scherm te navigeren naar "Extensions" en vervolgens op de gebruiker die op de handset moet komen te klikken.
Eenmaal in dit scherm noteer je (naast het extensienummer) de volgende gegevens:
Extension - dit is je kiesnummer
Authentication ID
Password - dit is je Authentication Password. Let op! Kopieer pas het wachtwoord als je deze hebt weergegeven middels het oog-icoontje aan de rechter zijde! Ander kopieer je •••••••••• in plaats van het daadwerkelijke wachtwoord!
Tot slot hebben we het serveradres nodig dit is de link van het beheer-portal van je telefooncentrale zonder HTTPS:// of :5001 dus bijvoorbeeld pbx123456.fluxcloud.eu
Eenmaal alle gegevens verzameld kunnen we deze in het toestel zetten
Eenmaal in het scherm voor het aanpassen van het voip-account vullen we de volgende velden in:
Connection name or number: Dit is het interne kiesnummer van de gebruiker.
Authentication name: Dit is het Authentication ID vanuit je 3CX centrale.
Username & Display name: Dit is het Kiesnummer.
Domain, Registration server, STUN server: Dit is het serveradres.
Als alle gegevens zijn ingevult zoals bovenstaande afbeelding kan onderaan de pagina de gegevens opslaan.
Herhaal deze stappen voor alle gebruikers die je toegang tot een handset wil geven.
Als alle voip-accounts zijn ingesteld op het basisstation is het tijd om de voip-accounts aan de handsets toe te wijzen. Hiervoor navigeren we in het toestel naar "Telephony" > "Number Assignment"
Eenmaal in dit nieuwe scherm zie je alle reeds aangesloten handsets op het basisstation. Deze worden aangeduid met INT1, INT2, etc.
Verander hier de volgende velden:
Naam: Zet hier het kiesnummer van de gebruiker die je aan de handset wil toewijzen, dit komt dan ook in het display van de handset te staan.
Vervolgens zie je alle reeds aangemaakte voip-accounts terug. Zorg dan ook dat voor iedere handset het juiste voip-account is toegewezen. Als het goed is lijkt de configuratie van je N300/N510 op bovenstaande foto.
Als dit is gelukt klik je tot slot onderaan de pagina nog op "Opslaan". Je bent dan nu helemaal klaar om je N300/N510 te gebruiken i.c.m 3CX!